Van verdroogde bladeren tot Karisma-potloden
Claartje van der Linden rondde in 2012 de Klassieke Academie voor Schilderkunst in Groningen af. Ze werkt graag met (kleur)potlood, pen en olieverf. Onderzoek naar bloemen en planten uit haar directe omgeving vormt de rode draad in haar tekeningen en schilderijen. Veel van de bloemen die ze tekent en schildert komen uit haar eigen tuin. Ze probeert de vitaliteit en schoonheid van bloemen en planten te vangen. Ook combineert ze wat ze in de buitenwereld ziet met wat ze in haar verbeelding en hart ervaart. Thema’s als troost, licht en bezinning raken haar en inspireren haar om in beelden te vertellen over haar ervaringen van het menszijn. Claartje woont in de stad Groningen met haar een man en twee kinderen van 7 en 8 jaar oud. Meer over haar werk op haar website.
‘In 2012 heb ik de academie afgerond en in dat jaar is ook ons oudste kind geboren. Ik ben toen thuis begonnen met tekenen en schilderen, in een klein kamertje. Drie jaar later vond ik een werkruimte buitenshuis die ik een tijd lang heb gedeeld met twee andere kunstenaars. Sinds tweeënhalf jaar heb ik mijn eigen ruimte. Het is een deel van een klaslokaal in een oud schoolgebouw, dicht bij ons huis. Het pand heeft nog geen definitieve bestemming en ik kan hier niet eeuwig blijven, maar voor nu ben ik met mijn neus in de boter gevallen. Het is een fantastische plek. Mijn droomatelier is een atelier dat aan mijn eigen grote (bloemen)tuin ligt, zodat de inspiratie letterlijk voor het oprapen ligt. Maar voor nu heb ik the next best thing.
Mijn atelier ligt op de tweede verdieping, onder een plat dak met grote ramen op het zuiden. Dat betekent dat er veel licht is in de winter en dat het er heel warm kan zijn in de zomer. Door de ramen kijk ik uit op andere scholen en veel groen. Het is een vrij grote ruimte van zo’n 35 vierkante meter en circa drie meter hoog. Als ik op een ladder sta, kan ik nog amper bij het plafond. Dat geeft een heel ruimtelijk gevoel. Eigenlijk zijn het vier werkplekken in één ruimte. Ik heb twee plekken om te tekenen en twee plekken om te schilderen.
Verhaal gaat door onder de foto’s.
‘Thuis is de plek van ons gezin en dit is mijn plek’
Het fijne is dat ik in mijn atelier alles kan laten staan als ik klaar ben. Natuurlijk moet ik mijn kwasten en palet schoonmaken maar verder kan alles blijven liggen zodat ik er de volgende dag mee verder kan. Ik hoef geen rekening te houden met anderen. Als ik de rommel zat ben of niet meer rustig kan zitten om te eten, ga ik opruimen. Thuis is de plek van ons gezin en dit is mijn plek. Het atelier voelt als mijn tweede thuis. Ik heb de ruimte een beetje aangekleed zodat die nog meer van mij wordt. Zo heb ik de muren geverfd en een Ikea-laminaatvloer gelegd. Daar zitten inmiddels verfplekken op, maar dat is niet erg.
Verhaal gaat door onder de foto’s.
In de langwerpige ruimte heb ik achterin een tekenplek en halverwege een schilderplek. Naast een kast met werkspullen en inpakmateriaal heb ik een grote ladenkist die ik ooit in Utrecht heb opgehaald. Hij is niet mooi, maar wel heel praktisch en fijn. Verder heb ik een Lundia-kast met huishoudelijke dingen als thee, handdoeken, afwasmiddel en een radio. Plus een klein tafeltje met een koffiezetapparaat en waterkoker. Bijzonder is een verrijdbaar meubel dat van mijn schoonmoeder is geweest. Ik weet niet hoe zo’n kast heet. Chirurgen en tandartsen gebruikten ’m vroeger vaak, met allemaal uitdraaibare laadjes en vakjes. Vaak is hij handig op zithoogte, maar hij is qua hoogte niet ideaal naast een schildersezel. Ik zet er altijd een doos op voor mijn palet.
‘Ik heb alles bij elkaar gesprokkeld en niets om esthetische redenen’
Aan de muur Een van de grote prikborden
Eén van mijn tafels komt uit mijn studentenkamer en één heb ik op Marktplaats gekocht. Ik heb ook twee oude kerkstoelen, die bij mijn ouders vandaan komen. Eigenlijk heb ik alles her en der bij elkaar gesprokkeld. Ik heb niks om esthetische redenen, behalve de planten en dingen aan de muur. Ik vind het handig om mijn eigen werk op te hangen in plaats van op te bergen en het geeft ook mijn sfeer aan mijn ruimte.
Karisma-potloden
Mijn schildersezel heb ik ooit nieuw gekocht. Hij gaat al heel lang mee. Ook materialen koop ik bijna altijd nieuw. Sinds twee jaar doe ik veel met kleurpotloden en ik ben begonnen met een doos Karisma-potloden die ik ooit van mijn ouders heb gekregen. Deze potloden worden sinds 2006 niet meer gemaakt en ze worden nu verhandeld op Marktplaats. Ze zijn heel gewild en ze zijn dan ook heel fijn. Vettig met mooie kleuren. Nu ze steeds schaarser worden moet ik ooit overstappen op andere een ander merk.
‘Met schoolgaande kinderen is mijn werkdag behoorlijk afgebakend’
De laatste tijd schiet de balans wat door naar tekenen. Ik schilder op het moment vooral in opdracht. Normaal loopt het redelijk parallel. Op een dag begin ik meestal met tekenen. Dat is makkelijk om in te stappen. Daarna ga ik schilderen. Het is ook praktisch, want zo komen er geen verfvingers op mijn tekeningen. Meestal werk ik op een dag aan minimaal twee werken. Ik heb schoolgaande kinderen die ik om drie uur moet ophalen. Daarmee is mijn werkdag behoorlijk afgebakend, met een harde deadline. Alleen op woensdag kan ik langer door.
Ik wilde jarenlang strak om negen uur aan het werk, maar dat lukt niet. Toch moest ik het lang van mezelf, vanuit het idee om wat uit mijn dag te kunnen halen. Inmiddels heb ik dat losgelaten. Ik volg nu een ritme dat werkt voor mij. Als de kinderen naar school zijn, ga ik eerst thuis nog wat aanrommelen. Ik draai een was, doe een boodschap of drink koffie. Halverwege de ochtend ga ik dan naar mijn atelier. Daar ga ik ook eerst een kwartiertje zitten om te landen. Soms begin ik met iets inlijsten, paneeltjes gronden, iets inpakken of een werk naar een galerie brengen. Praktische klussen. Heb ik dat gehad, dan kan ik aan de slag. Dan is het weg uit mijn hoofd. Ook mails beantwoorden en facturen versturen doe ik liever voordat ik echt aan het werk ga.
‘Het duurt even maar als ik erin zit, heb ik focus en concentratie’
Een mail versturen is makkelijk. Voordat ik iets ga maken, moet ik altijd over een drempel heen. Als ik eenmaal bezig ben, stop ik alleen om naar het toilet te gaan of iets te eten. Ik ben niet goed in pauzes. Het duurt even maar als ik erin zit, ga ik door. Dan heb ik focus en concentratie. In principe werk ik alleen in mijn atelier. Thuis doe ik nog wel wat administratie of ik schets wat in een schetsboekje en iedere zondagavond ga ik model schilderen in het atelier van een collega. Het is een leuke manier om onderling contact te houden en collega’s te spreken. Vanuit een vaste poule van schilders zijn we meestal met drie tot zes mensen. Model schilderen is niet per se mijn werk, maar het is een goede en leuke oefening om snel iets te doen met je waarneming.
Model schilderen Wand met eigen werk
Ik teken en schilder figuratief vanuit waarneming met een beetje verbeelding. Meestal bloemen en planten uit mijn eigen tuin. Ik teken en schilder ook mensen, soms in opdracht. Voor tekeningen over het menszijn neem ik vaak mezelf als model omdat dat makkelijk is. Ik heb mezelf voorhanden en het gaat vaak ook over mijn ideeën, niet om de herkenbaarheid van het portret. Ik knip ook wel bloemen uit mijn tuin en neem ze mee naar het atelier. Zo krijg ik vanzelf alle seizoenen in mijn werk. Ik wil niet alleen groei en bloei laten zien. Ik vind het ook mooi als bloei voorbijgaat. Vorig jaar heb ik bijvoorbeeld van alles uit de wintertuin getekend, zoals verdroogde bladeren en zaaddozen.
Ik probeer consequent aan het werk te gaan in mijn atelier, ook al is het soms maar een of twee uur. Dat is kort, maar dan ben ik wel aan het werk. Als ik geen inspiratie of geen zin heb of als ik net een project afgerond en het echt even niet meer weet, ga ik iets anders doen. In de tuin, het huis opruimen, wandelen of boodschappen doen. De inspiratie komt altijd wel terug, soms heb ik gewoon even tijd nodig om ruimte te maken. Tijdens het werken luister ik soms naar podcasts. Dat vraagt aandacht, dus het hangt ervan af of ik het erbij kan hebben. Ik luister ook naar de radio of eigen muziek en werk niet vaak in totale stilte. Ik heb een draadloze koptelefoon en daar ben ik erg blij mee. Het is echt een uitvinding. Voordat ik die koptelefoon had, heb ik ooit bijna mijn laptop kapot getrokken omdat mijn koptelefoon er nog in zat.’
Ode aan mijn tuin 78×48, maart-augustus