Van mist tot ochtendgloed
Karin Broekhuijsen is al meer dan veertig jaar fotografe. Het begon met een fotocamera bij het zeeppoeder, voor vijf gulden. Op de middelbare school komt er een echte camera en begint de hobby serieuzere vormen aan te nemen met het lidmaatschap van de fotoclub. Tijdens het jaar in de Verenigde Staten dat volgt fotografeert zij zich naar eigen zeggen ‘wezenloos’. Terug in Nederland is de MTS Fotografie in Den Haag dan ook onontkoombaar. Sinds 1974 heeft Karin haar eigen studio waar zij talloze mensen voor de lens heeft gehad. Ook volgt zij koppels tijdens hun huwelijksdag voor een persoonlijke reportage. In het begin van haar professionele fotocarrière is Karin ook vaak de hort op om in buitengebied en natuur prachtmomenten vast te leggen. Maar met een gezin, een goedlopende fotostudio en een altijd drukke agenda raakt dat deel van haar bezigheden geleidelijk op de achtergrond. Totdat zij vanaf 2005 weer steeds vaker naar buiten gaat met haar camera, veelal voor dag en dauw. Sinds 2009 zijn er verschillende boeken verschenen met haar natuur- en weerfoto’s. Meer over haar werk op haar website.
‘Mijn ideale werkdag is een dag dat de vroege ochtend geschikt is om het veld in te gaan. Ik fotografeer graag in ochtend. Je hebt dan kans op mist omdat de luchtvochtigheid groter dan ’s avonds. Het warme ochtendlicht is prachtig en de kleur van het licht verandert voortdurend. De ochtend is het mooist en mist is een feest. Zeker als de boompjes er net bovenuit komen en de zon opkomt. Alle natuurfotografen zijn gek op mist en ochtendlicht. Ik ben gelukkig altijd een vroege vogel geweest. Dat moet wel in mijn vak, want in de zomer komt de zon om 5 uur op en ik moet drie kwartier voor zonsopkomst klaarstaan met mijn camera. In de avond ga ik daarom altijd vroeg naar bed. In augustus komt de zon pas om half 7 op, dan kan ik uitslapen tot 5 uur.
Na een ochtend fotograferen ga ik thuis de foto’s uitzoeken en corrigeren op kleur. Soms is dat om 7 uur, soms om 10 uur. Het is afhankelijk van de zonsopkomst. Het ochtendrood duurt altijd maar kort, maar daarna moet ik soms nog een eind teruglopen door een natuurgebied. Hoe lang ik bezig ben met bewerken, hangt af van hoeveel foto’s ik heb gemaakt. Als ik alle foto’s heb uitgezocht, geef ik ze veel trefwoorden en stuur een deel door naar een stockbureau. Dat zijn er echt maar een paar, want ik stel hoge eisen. Zij ook trouwens. Ik heb nu toch al zo’n vijfduizend foto’s bij het stockbureau.
‘Bij zonsopkomst is er niemand in het bos, ik ben bijna altijd alleen’
Ik ga bijna altijd alleen op pad, dus dat kan ook prima in coronatijd. Bij zonsopkomst is er niemand in het bos. Heel soms gaat mijn partner mee, maar 99 van de 100 keer ga ik er alleen op uit. We gaan altijd samen vroeg naar bed en hij staat ook om zes uur op maar meestal vindt hij het dan te koud buiten. Ik vind dat juist wel lekker. Ik houd niet van warm weer en in de ochtend is het lekker koel. Geef mij maar zo’n koele ochtend. Naar een warm land op vakantie is ook geen succes, dan word ik ziek.
Mijn werkplek is niet mijn bureau met computer, mijn werkplek is buiten. Als de zon schijnt en niet te hoog aan de hemel staat, kun je mij buiten vinden. Mijn buitenwerkplekken verschillen zoveel mogelijk, anders wordt het saai. Ik ben daarom aan boeken gaan werken, want dan moet je naar allerlei wisselende plekken. Jaren geleden heb ik bijvoorbeeld besloten alle hunebedden te gaan fotograferen. Die liggen verspreid over de hele provincie Drenthe en onderweg ben ik veel nieuwe dingen tegenkomen. Ik wilde hiermee mijn portfolio uitbreiden, creatieve brein flink prikkelen, eigen grenzen verleggen en mijn niveau verhogen.
‘Ik heb nooit het idee dat ik met een juweel moet thuiskomen’
Als ik met een boek bezig ben, ga ik telkens naar andere locaties. Ik kom op plekjes in Drenthe waar ik nog nooit was geweest, terwijl ik mijn leven lang in Drenthe heb gewoond. Ik kom buiten geestelijk tot rust. Nooit ga ik op pad met het idee dat ik met een juweel moet thuiskomen. Ik zie wel wat ik tegenkom. De ene dag is mijn geest creatiever dan de andere dag. Creativiteit is ook afhankelijk van wat ik om me heen zie. Ik heb mijn camera altijd op statief staan en houd mijn omgeving in de gaten. Soms gebeurt er opeens achter je iets heel moois.
Vanmorgen zag ik opeens drie reeën voorbij rennen en ik hoorde een bosuil. Gisteren was er een prachtige regenboog en vanochtend was er mist. De natuur is een feest voor de geest. Mijn werk is erg afhankelijk van het weer. Het weer moet het landschap aanvullend vermooien en een positieve draai geven qua beeld, met het licht. Een vast ritueel is om de avond ervoor en in de ochtend de weerkaart te bekijken. Vaak app ik iedere avond even met bevriende meteorologen, zoals Roland van der Zwaag. Hij kan me vertellen hoeveel bewolking en hoeveel zicht er gaat zijn. Ik kan mijn plannen dan aanpassen aan het weer en bijvoorbeeld een andere locatie kiezen. Ik moet flexibel denken en kunnen omschakelen. Soms maak ik een verkeerde keuze, dan had ik niet naar het noorden moeten gaan maar naar het zuiden.
‘Alles in Drenthe is mooi en ieder jaargetijde heeft z’n charmes’
Favoriete natuurgebieden heb ik eigenlijk niet. Ik kom graag in Beekdal Geeserstroom en het Hunzedal, maar heel Drenthe is mooi en ieder jaargetijde heeft z’n charmes. In de herfst ga ik het bos in, in de lente zie je me bij de akkers voor de tulpen. In de zomer fotografeer ik graag lichtende nachtwolken, in augustus is de hei fantastisch en in de winter hoop ik op sneeuw. Het is iedere maand verschillend, maar er is zo ontzettend veel moois hier.
Een mooie foto maken vraagt tijd en aandacht en ik ben altijd intensief bezig. Het is mijn passie en daardoor is het niveau van mijn foto’s hoog. Dat zie je ook terug in de recensie op mijn fotoboek over Drenthe. Daar ben ik echt stil van. Ik werk nu aan een boek over het Geopark in de oostelijke helft van Drenthe. Dat moet in het voorjaar van 2021 uitkomen.
‘Ik ontwaak in de natuur en word wakker met de vogeltjes’
Als ik om half vier opsta, ga ik niet douchen. Om zes uur kan dat wel kort. Ik kleed me aan, eet een broodje of wat yoghurt en ga de natuur in. Een ander gaat rustig zitten en leest de krant bij het ontbijt. Ik niet, ik word wakker met de vogeltjes. Ontwaken in de natuur, ik vind dat mooi. Ik heb wel iets gegeten als ik de deur uit ga, maar ik neem altijd een appel en fles water mee. Meestal ben ik tussen de vier en zeven uur weg. Als het langer is, neem ik twee appels mee. Thuis ga ik dan opnieuw eten. Als ik onderweg veel trek heb, koop ik een broodje. Gezond eten vind ik belangrijk. Ik eet nooit een reep of snack tussendoor.
Voor de meeste mensen beginnen mijn werkdagen te vroeg. Het zijn ook lange dagen met veel werkuren. Ik ben soms acht uur op pad en moet dan de foto’s nog uitzoeken. Ik vind dat niet erg omdat het mijn passie is. Ik ervaar het niet als werken. Soms is het weer zo dat ik alle kanten op wil. Drenthe ken ik inmiddels goed, maar er zijn nog steeds plekjes waar ik nog niet ben geweest ben. Drenthe heeft nog geheimen voor mij. Ik heb nog een lang verlanglijstje. Je omgeving krijgt meer diepgang als je het beter leert kennen. Je gaat er anders naar kijken. Dat vind ik ook het leuke van boeken maken. Ik ga hierdoor anders naar mijn eigen omgeving kijken en kan die meer waarderen. In Drenthe zijn heel veel verrassende plekken.’