De eerste werkplek in mijn zelfstandigenbestaan was de zolder (vandaar De Schrijfzolder) maar niet lang daarna ging ik naar een gedeelde werkruimte in de Nijmeegse benedenstad, boven bronsgieterij De Olifant. Ik noemde die plek #opdeolifant. Het was een fijne en inspirerende ruimte. Ik ging daar naar binnen via een deur aan de zijkant van het pand, aan de Vinkegas. Ik vond dat een mooi woord en besloot er een domeinnaam van te maken. Nu vind ik het een geschikte plek voor mijn verhalen over ‘hoe anderen werken’.
Inmiddels zijn beide werkruimten er niet meer en ik werk nu met veel plezier in mijn schrijfkamer thuis.
Over vink en gas
De vink is een zangvogel in de lage landen. Van zijn zang met als laatste tonen de bekende ‘vinkenslag’ bestaan vele dialecten. De vogels hebben een golvende vlucht en maken tijdens een vlucht als geluid een zacht tjuub-tjuub. De zang is een heftig en melodieus tsitsitsitsitsitsitsi-tjoe-ie-ò, te horen van februari tot in september. Het liedje duurt maximaal vijf seconden en wordt makkelijk tien keer per minuut herhaald. Ze eten allerlei zaden, vruchten, bessen, knoppen en insecten, maar ook broodkruimels.
Een gas is een eeuwenoude benaming voor een straat of steeg. Het woord is afkomstig van het Duitse woord Gasse en komt terug in straatnamen in Nederland en in Vlaanderen, zoals in Nijmegen. Een gas werd gezien als een onreine doorgang, vaak slechts een smalle doorgang tussen een paar huizen, naar achterliggende woningen van armere mensen. Doodlopende gassen werden in Nijmegen ook wel halvegas genoemd.