Van schrijftuinhuis naar schrijfstudio
Lotte Boot is opgeleid als schrijvend tijdschriftjournalist, werkte voor diverse media en deed als Amerika-correspondent verslag vanuit standplaats Washington D.C. Inmiddels is ze van een rustige boerderij op het platteland verhuisd naar de stad en werkt vooral als eindredacteur, schrijfcoach en fictieschrijver. In 2023 verscheen haar novelle voor jongeren Het penthouse en op dit moment werkt ze aan een nieuwe roman. Dit doet ze vanuit haar huiselijke schrijfstudio in de Verkadefabriek in ’s-Hertogenbosch, waar ze net is ingetrokken. Meer over haar werk op haar website.

Ik doe van alles, maar inmiddels heb ik mijn hele week om schrijven heen gebouwd. Dat was mijn wens en dat is gelukt. Alleen van het schrijven van romans kun je je hypotheek niet betalen, dat is mij inmiddels wel duidelijk. Daarom ben ik andere dingen erbij gaan doen. Ik schrijf nu al 25 jaar en publiceer net zo lang, grotendeels in opdracht. Mijn doel is om uiteindelijk alleen nog te schrijven wat ik zelf wil: boeken, korte verhalen en essays. Ik beweeg steeds meer richting literatuur en minder binnen de journalistiek.
Ik ben opgeleid als journalist en heb lange tijd in die rol gewerkt. Ik schreef vooral langere reportages en achtergrondverhalen. Dat is een goede basis voor het schrijven van boeken, omdat je leert hoe je een verhaal opbouwt en de lezer vasthoudt. Een boek is eigenlijk een heel lang feature-artikel. De overstap naar literatuur brengt wel uitdagingen met zich mee, vooral in het tempo. Als journalist schrijf je snel van A naar B, terwijl literatuur meer rust, overwegingen en introspectie vraagt.
Mijn neiging is nog steeds om als verslaggever te schrijven en alles als een reportage te beschouwen, maar ik leer steeds meer hoe ik hierin kan schakelen. Ik haal daar veel voldoening uit. Schrijven is wat ik het allerliefste doe en wat mij gelukkig maakt. Ik wil hier ook na mijn pensioen mee doorgaan.
‘Soms voelt het voor mij alsof ik weer naar school ga’
Ik werk graag zelfstandig en wil mijn eigen tijd kunnen indelen. Wel heb ik een vaste opdracht van twaalf uur per week als eindredacteur bij Leraar24. Ik stuur de redactie aan, redigeer teksten en overleg over beeld en video. Daarnaast geef ik lezingen aan jongeren over boeken, zowel op scholen als festivals, via de Schrijverscentrale.
Sinds kort heb ik ook een online onderneming opgezet voor schrijfcoaching. Ik ontwikkel daarvoor nu online programma’s en schrijfbootcamps. Het voelt voor mij alsof ik weer naar school ga, omdat ik ontzettend veel nieuwe technische vaardigheden leer, zoals sociale media, marketing en online adverteren. Duidelijk buiten mijn comfortzone, maar omdat het voor mezelf is, blijkt het leuker dan ik dacht. Ik besteed er veel tijd aan en heb cursussen gevolgd om dit verder uit te bouwen. Van nature ben ik ook te ongedurig om lang hetzelfde te doen. Ik zoek altijd iets nieuws om te leren. Daarom volg ik regelmatig opleidingen en cursussen, bijvoorbeeld om te leren schrijven in verschillende genres.
‘Na vijftien jaar platteland wilde ik meer cultuur om me heen’
Deze zomer ben ik verhuisd van het platteland naar de stad. Na vijftien jaar in een groene en ruimtelijke, maar ook enigszins saaie omgeving, was ik toe aan meer cultuur om me heen. Ik ging van een boerderij met een schrijfhuis in de tuin naar een appartement zonder werkkamer in Den Bosch. Daardoor moest ik een werkruimte zoeken en die heb ik twee maanden geleden gevonden in de Verkadefabriek, een plek vol creatieve makers. De locatie is zeven dagen per week open en voelt als mijn tweede huis. Ik lunch er vaak en ga er ook geregeld naar de film.



Mijn werkplek, of beter gezegd mijn schrijfstudio, is een rechthoekige kamer van vier bij drie meter. De ruimte heeft grote ramen, een openslaande deur met een Frans balkon en een industriële uitstraling met installatiebuizen aan het plafond. Het is ideaal voor mij. Ik heb er een boekenkast en archiefkast staan en heb de ruimte huiselijk ingericht met persoonlijke items zoals een oud Perzisch tapijt en een Biedermeier-stoel van mijn oma. Die meubels hebben emotionele waarde en ik ben blij dat ik er een plek voor heb gevonden.
‘Ik omring me graag met dingen die me inspireren’
Mijn bureau is in hoogte verstelbaar, al gebruik ik die functie minder vaak dan zou moeten. Ik werk met een groot extern beeldscherm, heel fijn met schrijven. Het is mijn redding geweest, want hierdoor zit ik niet meer voorovergebogen achter de laptop. Daarbij heb ik een cute roze toetsenbordje dat totaal niet bij het scherm past, maar waar ik dol op ben. Overal in mijn studio hangen planten en ik omring me graag met dingen die me inspireren.
Zo heb ik een muismat met de tekst ‘Words have the power to break hearts and heal them’ en een neon-letterbox – Sinterklaascadeau van mijn kinderen – met daarop de tekst ‘Keep calm and write on’. Als je aan een boek werkt, is doorzettingsvermogen het allerbelangrijkste. Op mijn bureau staat verder een grote print van The New Yorker, met een tekening van een werkplek in Brooklyn met uitzicht op de Manhattan Bridge. Ik was in november op die plek en toen ik deze cover zag, wist ik: die moet ik hebben. Voor mij symboliseert het een vrij kunstenaarsleven, mijn ultieme ideaal.



‘In de ochtend moet ik me inhouden om niet mijn mail te checken’
In principe zijn mijn ochtenden heilig en ik heb die tijd grotendeels vrijgeroosterd voor deep work, al lukt dat natuurlijk niet altijd. Ik kan snel afgeleid zijn door mails, berichtjes en dingen die moeten. Ik word ook heel moe van vergaderen en naar buiten gericht zijn. Misschien ben ik stiekem wel een introvert, want ik laad op van alleen zijn. Als ik eerst ga reageren op alles wat moet, dan ben ik daarna leeg. Omdat schrijven mijn grootste prioriteit is, doe ik dat als eerste.
Ik ben geen vroege vogel, dus ik sta rustig op, ontbijt met koffie, cruesli met fruit en yoghurt, en laat de hond uit. Mijn kinderen gaan inmiddels zelf naar school, dat is fijn. Meestal ben ik rond negen uur in mijn studio, die ligt op zo’n tien minuten afstand van huis. Ik begin meteen met werken en moet me inhouden om niet eerst mijn mail te checken. In mijn agenda kijk ik of ik niets vergeet en vervolgens schakel ik alle meldingen uit. Dan ga ik schrijven.
‘Mijn to-do-lijstjes reiken tot aan de hemel; ik krijg nooit alles af’
Gemiddeld schrijf ik zo’n twee uur per dag. Ook research en herlezen vallen daaronder. Zeker tot elf uur werk ik geconcentreerd in mijn eigen hoofd. Dan is de focus wel op. Ik check dan kort mijn mail en stel de prioriteiten van de dag vast. Mijn to-do-lijstjes reiken tot aan de hemel, dus dat prioriteren is noodzakelijk voor mijn realiteitszin en om nog enigszins het gevoel te hebben dat ik echt wel dingen heb afgekregen aan het eind van de dag. Tussen elf en twaalf uur verstuur ik mails en redigeer ik teksten, ook een taak die scherpte vereist. Meestal haal ik een broodje en lunch ik achter mijn bureau, soms neem ik iets mee van huis en ik ga ook geregeld de Verkadefabriek in.




In de middag heb ik vaak vergaderingen, meestal vanaf één uur. Van maandag tot en met woensdag werk ik aan mijn opdracht van twaalf uur per week en op donderdag en vrijdag werk ik aan mijn online onderneming. In de wintermaanden, van november tot maart, zijn er ook veel lezingen of schoolbezoeken, vaak twee per maand. Zo’n lezing neemt meestal een hele dag in beslag, inclusief reistijd. Dit haalt mijn routine flink overhoop en maakt het lastig om mijn structuur vast te houden.
‘Eenmaal uit mijn flow kost het moeite om weer terug te keren’
Schrijver zijn is wat dat betreft schizofreen: je bent enerzijds een kluizenaar en anderzijds sta je ineens op een podium. Dat contrast is groot en ik moet er altijd van bijkomen. Niet iedereen vindt het leuk om zichzelf te presenteren, en voor schrijvers is het eigenlijk heel onlogisch. Zelf haal ik energie uit het contact met jongeren. Dat is geen makkelijke doelgroep, maar ik vind het een leuke uitdaging.
Mijn werkdagen eindigen meestal rond zes uur, redelijk normale kantoortijden. Vroeger was ik een nachtwerker, maar inmiddels werkt dat niet meer. Als ik een eeuwige single zou zijn met een kat op schoot, zou ik’ s nachts werken, juist omdat je dan niet wordt gestoord. Ik heb tegen mijn gezin ook echt moeten zeggen: bel mij overdag niet, tenzij er een noodgeval is. Als ik uit mijn flow word gehaald, kost het me veel moeite om weer terug te keren. Mijn man is gelukkig flexibel in zijn werk. Hij is meer thuis voor praktische zaken, zoals het uitlaten van de hond.
‘Ik kan werken met geroezemoes, als mensen maar niets van me willen’
Mijn gelukkigste momenten zijn wanneer ik een dag helemaal voor mezelf heb, zonder afspraken. Dan kan ik om negen uur beginnen en mijn dag volledig naar eigen inzicht indelen. Muziekje aan, meestal een random playlist op Spotify die aansluit op de sfeer waarin ik schrijf. Soms maak ik een soundtrack die past bij het boek waar ik aan werk. Ik kan goed werken met geroezemoes op de achtergrond, zolang mensen maar niets van me willen.
Ik ben blij dat ik een plek heb gevonden waar ik alleen en in alle rust kan schrijven. Ook kan ik hier schrijfcoaching geven. Een andere reden voor het huren van een privéruimte is dat ik ook cursusvideo’s opneem en livesessies organiseer via Zoom. Dit jaar wil ik bovendien beginnen met podcasten. Dat zou allemaal niet kunnen in een gedeelde ruimte. Ooit werkte ik in een kantoortuin en daar werd ik heel ongelukkig van, vooral omdat er voortdurend iemand aan mijn bureau stond. Ik snap niet hoe mensen dan nog geconcentreerd kunnen werken. Dus ja, ik ben echt heel verguld met mijn eigen schrijfstudio op een inspirerende plek in de stad!


